kijken naar kunst
Door kunst te beleven leren kinderen zich open te stellen. Als je met kinderen praat over hun eigen werk of kunst is het belangrijk dat je denken en voelen loskoppelt van elkaar. Soms denk je samen na over wat je ziet en soms is het genoeg om te verwoorden wat je voelt.
Met baby's en dreumesen praat je uiteraard niet echt over schilderijen en beelden, maar je kunt ook in deze fase al de interesse voor beelden wekken. denk bijvoorbeeld aan de lichtinval door de ramen. Die geeft mooie figuren op de wand en schaduwen op de grond. Baby's liggen daar vaak naar te kijken. Peuters en kleuters hebben al hele verhalen bij wat ze zien of wat ze maken. Je kunt concrete vragen stellen. Daar krijg je dan een gesprek over. Je kunt samen met heb zoeken naar voorbeelden en praten over kleuren en vormen.
Je kunt met kinderen van 6 tot 8 jaar al iets gerichter praten over wat ze zelf hebben gemaakt en kunst in het algemeen. Je vraagt wat ze zien, waar ze vooral op letten, wat ze van de afbeelding en de kleuren vinden, of ze vrolijk worden van dit schilderij enzovoort. Let wel op dat je vragen concreet zijn en dat je het hebt over dingen die ze kunnen zien en eventueel voelen of horen.
Met kinderen van 8 tot 12 jaar kun je al meer praten over de bedoelingen die een kunstenaar et zijn schilderij heeft gehad en de betekenis van een bepaalde voorstelling. vragen die je kunt stellen zijn: wat zou de kunstenaar hebben willen zeggen of uitbeelden? Wat vind je van de manier waarop hij dit uitbeeldt? Zou jij dat ook zo gedaan hebben? Wat zou je anders doen en waarom?
Voor pubers geldt eigenlijk hetzelfde. Zij hebben nadrukkelijk interesse in hun eigen cultuur en de kunstuitingen die bij hun leeftijd passen als graffiti, muziekclips en strips. Je kunt hen al meer op pad sturen om zelf informatie te achterhalen.
Adolescenten en volwassenen kiezen liefst zelf of zij willen meedoen aan kunstbeschouwing. Afhankelijk van hun interesse kun je helpen iets te organiseren of zelf iets voor heb organiseren. Sluit daarbij de interesse van de groep aan. Om op gang te komen kun je zelf iets laten zien of ze vragen een kunstwerk mee te nemen waar ze het over willen hebben. vraag aan het eind van het gesprek ook of de eerste indruk over het werk gewijzigd is en op welke manier deze gewijzigd is.
