Herkenbaarheidsfase: 3 tot 5 jaar oud

Kinderen in deze leeftijd komen steeds meer los van het willekeurig krabbelen op papier. Ze willen in hun tekeningen laten zien wat ze hebben waargenomen. Ze gebruiken daarvoor maar een deel van het papier in plaats van het hele vel vol te krabbelen.

In de eerste instantie worden vormen vaak nog min of meer toevallig ontdekt nadat een kind iets op papier heeft gezet. Bijvoorbeeld een cirkel met twee kleinere cirkels eronder, dat kan best een auto zijn. In deze fase gaat een kind steeds vaker vooraf benomen wat het gaat tekenen.

Wanneer een peuter eenmaal afgesloten vormen kan tekenen, volgt al snel de eerste tekening van een poppetje. Dat zijn de kappoters. Een kappoter bestaat uit een rond of ovaal hoofd, waar twee benen aan getekend zijn. De rest van het lichaam (de romp) ontbreekt. Soms zitten de armen ook aan het hoofd vast, of worden ze haaks op de benen getekend. Al vanaf het begin van de kappotersfase wordt meestal in het hoofd met stippen of strepen een mond en ogen gemaakt.

Het is niet zo dat alle kinderen altijd een kappoter tekenen met rondjes met strepen naar beneden. Ze tekenen vooral wat zij het belangrijkste vinden van de mens dat is meestal het hoofd. En dat kan ook als een ovaal getekend worden.

Het kind wordt zich in deze periode bewust van het eigen lichaam. Dat betekent d=ook dat het in een bepaalde ruimte is, bijvoorbeeld een klaslokaal en dat mensen en dingen ruimte innemen in dat klaslokaal. Deze bewustwording zie je terug doordat een kind doorheeft dat het tijdens het tekenen ruimte moet reserveren voor de onderwerpen die het wil tekenen. Het kind maakt vooraf een soort planning van waar de onderwepen in de tekening moeten komen.

Alles kan in deze fase nog op de kop of gedraaid. De verhoudingen zijn totaal niet belangrijk en hoeven niet te kloppen met de werkelijkheid, ook al verbeelden ze die werkelijkheid al wel.

Later in de herkenbaarheidsfase zul je merken dat het kind af en toe ook wel eens een poppetje met een romp tekent. Het poppetje bestaat ineens niet meer alleen uit een hoofd, maar uit een hoofd, een lijf en daaraan de armen en benen.