dans
Bij dans worden kinderen uitgedaagd om zelf nieuwe bewegingen te maken. Je moet jezelf openstellen om iets van jezelf te laten zien. Kinderen leren de expressieve mogelijkheden van hun lichaam kennen. Dansen spreekt creativiteit en fantasie aan. Kinderen kunnen erg gesloten, onzeker zijn en faalangst hebben. Door te dansen kunnen kinderen zich op hun plek voelen, iets van hun zelf laten zien. Na enige tijd zal u merken hoeveel het zelfvertrouwen van het kind gegroeid is, hoe snel het zelfvertrouwen van een kind groeit is bij elk kind anders. Ieder kind kan zijn of haar gevoelens en emoties kwijt in dans en ieder kind danst op zijn/ haar eigen manier. Een goed pedagogisch klimaat is ontzettend belangrijk bij dans. De groep moet elkaar aanmoedigen/ motiveren en er moet vertrouwen zijn in een groep. Ieder kind moet zich veilig voelen om te dansen en zichzelf op die manier te laten zien aan de rest.
Jongere kinderen, denk hierbij aan groep 1 tot en met 4 hebben vooral veel plezier in hun dans, lekker bewegen is het belangrijkste.
Groep 5/6 heeft een meer onderzoekende houding, zij willen graag danspassen bedenken maar hebben ook behoefte aan gestructureerde danslessen.
Groep 7/8 wil graag veel inbreng hebben bij het maken van een dans, wel hebben zij ook behoefte aan gestructureerde lessen. Verschillende onderwerpen verbeelden in dans past bij deze leeftijd.
Er zijn verschillende danselementen. Tijd, kracht, ruimte en bewegingskwaliteit.
Tijd:
• Duur: Lange of korte tijd bewegen
• Tempo: snel of langzaam bewegen
• Ritme: is deze regelmatig of onregelmatig?
• Frasering: het begin, verloop en einde van een beweging
Kracht:
• Bewegingen met spanning, ontspanning. Zware of lichte bewegingen.
Ruimte:
• Dansrichting: voor, achter, links, rechts, diagonaal, in cirkels en patronen.
• Danslagen: hoog (op de tenen, springend) midden (gebogen romp en knieën) laag (Op de grond, zittend, kruipend, rollend)
Bewegingskwaliteit:
• Op welke manier je beweegt. Is dit heel vloeiend of juist strak. Dit verschil zit ook in welke dansstijl je doet. Ook wordt het bepaald door gebruikt te maken van tijd kracht en ruimte.